Op 1 januari jl. is het nieuwe Activiteitenbesluit van kracht geworden. Met betrekking tot emissiemetingen voor stookinstallaties zijn er voor SCIOS gecertificeerde bedrijven een aantal belangrijke wijzigingen doorgevoerd.

Voor SCIOS gecertificeerde bedrijven die emissiemetingen uitvoeren of willen gaan uitvoeren zijn de onderstaande punten van belang.

1. Nieuwe stookinstallaties en nieuwe branders op bestaande installaties, met een nominaal vermogen van > 400 kW, dienen een emissiemeting te ondergaan. De meting dient binnen 4 weken na inbedrijfstelling te worden uitgevoerd. Verder wordt voorgeschreven dat gas- en dieselmotoren en gasturbines eenmaal per 4 jaar een emissiemeting dienen te ondergaan.
   
2. De maximale emissiewaarden in de verbrandingsgassen NOx (stikstofoxiden), SO2 (zwaveldioxide), CxHy (onverbrande koolwaterstoffen) uitgedrukt in C, en totaalstof zijn opgenomen in artikel 3.10 van het Activiteitenbesluit.
   
3. SCIOS heeft voor het uitvoeren van emissiemetingen scope 6 ontwikkeld. Hoe de metingen en onder welke omstandigheden deze moeten worden uitgevoerd, is weergegeven in Technisch Document 8. Dit document is recentelijk in overleg met Infomil geheel herzien. Met deze herziening heeft SCIOS bereikt, dat voor ketelinstallaties, gas‑/dieselmotoren en gasturbines met een thermisch vermogen tot 50 MW de emissiemetingen van NOx en SO2 volgens scope 6 gelijk zijn gesteld aan de emissiemetingen die uitgevoerd worden door een RvA erkende meetinstantie.
   
4. Een reeds voor scope 6 gecertificeerd bedrijf dient voor het behoud van zijn certificering zijn medewerkers een door SCIOS erkende cursus te laten volgen.
   
5. Ten behoeve van de kwaliteitsborging zal het scope 6 gecertificeerde bedrijf, net als een RvA erkende meetinstantie, moeten deelnemen aan een ringonderzoek. Tijdens een ringonderzoek wordt met behulp van diverse soorten referentiegassen de vergelijkbaarheid van de meetapparatuur, opstelling en vakbekwaamheid van de medewerker vastgesteld. Bij het niet voldoen aan de gestelde criteria worden verbeterpunten geadviseerd en vastgesteld. Deze verbeterpunten en adviezen dienen te worden opgevolgd en een jaar later dient er ter controle weer deelgenomen te worden aan een ringonderzoek. Ringonderzoeken worden op dit moment door één instantie VITO België uitgevoerd en dienen 1x per vier jaar plaats te vinden. Het eerst volgende ring onderzoek wordt gehouden op 24 en 25 april 2013.SCIOS scope 6 gecertificeerde bedrijven worden door VITO België hierover nader geïnformeerd.
   
6. In het afmeldsysteem wordt de mogelijkheid opgenomen de scope 6 metingen af te melden. Ook hierbij geldt dat het voor de Toezichthouders eenvoudig te controleren is of de installatie-eigenaren aan de wettelijke verplichtingen hebben voldaan. Deze optie is per 1 april 2013 operationeel.

De SCIOS bedrijven hebben, met de vernieuwde opzet van emissiemetingen, nu een mogelijkheid een specialisme van hoog niveau op de markt te brengen en kunnen zich daarmee in de markt van emissiemetingen duidelijk onderscheiden.

Deel 2 van deze serie beschrijft de veiligheidseisen voor verbrandings- en brandstofsystemen. De norm is van toepassing op installaties gestookt met gasvormige, vloeibare of vaste brandstoffen, en combinaties hiervan. De norm is ten opzichte van de eerste druk uit 1997 aanmerkelijk gewijzigd en uitgebreid.

RI&E’s zijn bij alle installaties nodig om te komen tot een goed en onderbouwd advies over de gewenste inspectiefrequentie. Voor Scope 1 en Scope 2 is een RI&E beschikbaar in Infoblad 13. Voor de Scopes 3, 4, 5 en 7 is geen standaard RI&E beschikbaar. Er wordt door het College van Deskundigen wel gewerkt aan een RI&E voor de Scopes 3, 4 en 5. Deze RI&E wordt momenteel beproefd en is primair bedoeld als leidraad of basis voor een RI&E omdat de installaties teveel verschillen en te complex kunnen zijn om in een standaard RI&E te kunnen onderbrengen.

Op de certificaten uit het afmeldsysteem wordt standaard de eerstvolgende wettelijke inspectietermijn genoemd. Indien het resultaat van de RI&E hiervan afwijkt moet dat worden opgenomen. Een installatie-eigenaar is wettelijk alleen gehouden aan de wettelijke inspectietermijn en dat is ook de termijn waarop het bevoegd gezag handhaaft. Het bevoegd gezag is wel geïnteresseerd in de redenen achter het advies van de inspecteur. Het is daarom verplicht de RI&E bij het inspectierapport te voegen.

Industriële stookinstallaties kunnen worden ontworpen voor het verstoken van één brandstof of voor meerdere brandstoffen die separaat en eventueel ook tegelijk verstookt kunnen worden. Deze brandstoffen kunnen in gasvormige, dampvormige, vloeibare en in vaste fase worden verstookt.

Voor het ontwerpen, beoordelen en inspecteren van stookinstallaties met een enkele brandstof zijn voorschriften beschikbaar. Voor stookinstallaties waarin tegelijkertijd meer dan één brandstof in welke fase dan ook wordt verstookt zijn in diverse voorschriften algemene prestatie-eisen omschreven en wordt niet in detail aangegeven hoe hier mee om te gaan.

Onder andere vanuit de VISA contactgroep Industrie bleek de behoefte te bestaan voor een handreiking hoe om te gaan met stookinstallaties waarop gelijktijdig meerdere brandstoffen worden verstookt.

De normcommissie NsC34910005 heeft naar aanleiding van deze behoefte een NPR opgesteld, NPR9029 ‘Gelijktijdig stoken van meer dan één brandstof’.

De praktijkrichtlijn is geen voorschrift maar geeft een handreiking hoe het ontwerp zou kunnen worden uitgevoerd om aan de prestatie-eisen te voldoen en hoe de beoordeling zou kunnen worden uitgevoerd. Deze praktijkrichtlijn is bedoeld voor zowel de ontwerpers en leveranciers als voor de SCIOS-inspecteurs van industriële stookinstallaties die zijn ingericht voor het tegelijkertijd verstoken van meer dan één brandstof.